Benin

zondag, april 09, 2006

Laatste dag

Ik zit op het terras van onze stamkroeg aan de Avenue Steinmetz en bestel het koudste bier dat ze hebben. Desnoods brengt-ie Heineken. Het wordt Flag en niet eens zo koud. Vlak voor mij nadert een zakelijk conflict zijn hoogtepunt. Een staande man praat geagiteerd tegen een zittende man. De staande man wil een schriftelijk bewijs van een eerder afgeronde transactie, omdat een derde partij dat weer van hem verlangt. Hij herhaalt keer op keer zijn verzoek met omhaal van woorden en op steeds luider toon. De zittende man fluistert bijna en glimlacht erbij. Het is zondagmiddag.

Net als de discussie is afgelopen en ik in alle rust van mijn biertje denk te genieten, staat de zittende man op en komt op me af. Wat nu weer? 'Dzjaan, hoe gaat het? Ken je me nog?' Mijn hemel, heb ik hier nu ook al vrienden gemaakt? Ik ken hem niet meer, maar er staat me wel vaag iets bij van een eerdere ontmoeting. Hij is weer gaan zitten, nu tegenover me. Hoe of het met me gaat. Wat ik allemaal gezien heb. Waar mijn vriend is. Of ik Holland wil beschrijven. Ooh, wat een heerlijk land, Holland. Daar heeft hij altijd al naar toe gewild. Maar ja...

De kans dat dit nog een boeiend gesprek gaat worden, is dermate klein dat ik afreken en afscheid neem. Een echt koud biertje zonder elk moment gestoord te kunnen worden, daar gaat het nu even om. Ik vertrouw op de airco van de Libanees. En terecht.

In Possotomè had ik voor het eerst deze reis een kamer met airco. Wat wen je toch snel aan luxe! Het lijkt een week geleden, maar het is nog maar eergisteren dat ik in dat dorp aan de vrouw die een strandetablissement beheerde, vroeg of haar onderneming tevens een restaurant was. Ze glimlachte verlegen en zei: 'Ja, maar alleen voor zwarten.' 'Is het dan verboden voor blanken?', vroeg ik. Nou, dat niet zozeer, maar ja, hoe moest ze dat nou uitleggen, het voedsel... Ik had een kwartier eerder nog een hele mand met spartelende vissen langs zien komen, een voorraad die ook zonder koelkast nog wel even goed zou blijven. Die avond at ik er dus. Ik kreeg vis met rijst en op mijn verzoek extra pepertjes. De jongen die mij vergezelde, merkte later op dat ik wel erg weinig vis had gegeten. Dat klopte, want die was namelijk niet schoongemaakt. Er vlogen aan alle kanten orgaantjes en andere ondefinieerbaarheden uit het beest, waarvan het vlees op zich goed smaakte.

Dit log had eigenlijk een soort dagboek moeten worden, maar ja, elke keer als het echt interessant werd, was in geen velden of wegen een internetcafé te bekennen. Ik heb het evengoed met plezier opgeschreven en 't was erg leuk jullie commentaar te lezen. Morgen een afsluitend verhaal over een terugreis.